dinsdag 10 januari 2012

Ede, mijn stad.

Lieve Ede,

In jou ben ik bijna tweeëntwintig jaar geleden geboren. In een ziekenhuis dat nu niet meer bestaat. Ik ben in jou opgegroeid, verhuisd en bijna al mijn eerste keren liggen in jou.
Je bent mijn woonplaats, waar ik nu nog steeds woon. Midden in het centrum, boven een ijssalon dat in de wintermaanden helaas gesloten is. Op zondag kan ik hier geen boodschappen doen en dat is best jammer, aangezien ik dit op zaterdag weleens vergeet. Vooruit denken is niet mijn sterkste kant, maar muren van Ede; dat heb jij vast wel gezien.

Nu heb ik vakantie Ede. In plaats van dat ik in Tirgu Mures zit in het land Roemenië, waar mijn ex-vriendje woont, zit ik bij jou. Ik schrijf in eenzaamheid, maar dat vind ik heerlijk. Rust om mij heen, geen mensen die zeuren of verplichte sociale praatjes. Even niets meer, dan ik en mijn pen. Helaas moeten er wel boodschappen komen, dus ik ben vandaag nog eventjes de deur uit geweest.
In de twintig minuutjes dat ik buiten was, ben ik vier bekenden van vroeger tegen gekomen. Maar liefst vier, Ede. Vind je dat niet wat veel? Dat is één bekende per vijf minuten en daar ben ik eigenlijk niet zo van gediend. Weg stilte, weg mijmeringen in mijn hoofd en hallo Ede, met al je mensen van vroeger.

Misschien dat ik je nog een keer ga omruilen voor een stad. Berlijn ofzo.

Kusje,
Jou Edese Ingrid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten